Naast puur amusement voor de jongsten is kermis voor mij synoniem voor culinair genieten. Smullen van een heerlijk stukje taart, genieten van een gezellig familie-etentje en vooral uitkijken naar de echte kermisvlaai…
Zoals de kermistraditie het wil, wordt er bij ons altijd een grote kom vlaai gebakken. Zo er families zijn, zijn er recepten. De ene maakt ze op de Aalsterse manier met mastellen en siroop, de andere houdt het bij peperkoek en beschuiten en nog anderen voegen er gekonfijt fruit bij. Ik weet ze allemaal te appreciëren maar heb toch een lichte voorkeur voor ons eigen familierecept. Mijn grootmoeder maakte het met veel zorg en hield voor haar kleine smulpapen altijd een paar kommetjes van het ongebakken deeg over. Een betere, calorierijke beschuitenpap kon ik mij niet dromen…
Wat heb je nodig? 2l verse hoevemelk, 6 eieren, 250g peperkoek, 150g beschuiten, 12 el kristalsuiker en een scheutje Grand Marnier.
Hoe ga je te werk? Peperkoek en beschuiten in kleine stukjes breken en nadien melk, suiker en de losgeklopte eieren toevoegen. Dit mengsel laat je vervolgens een paar uurtjes weken en net voor het in de oven gaat, voeg je een scheut Grand Marnier toe. De vlaai laat je tot slot een klein uurtje bakken op 180 graden.
Serveertips: Vlaai is heerlijk op de boterham maar ook als een onderdeel van een dessertbord met andere Vlaamse specialiteiten als chocolademousse, rijstpap en vers inlands fruit.