Een plezier tot de laatste kruimel. Dat is voor mij kruimeltaart. Keer op keer vind ik het geweldig om zo’n taartje te maken, smaken te combineren én vooral te proeven van het heerlijke contrast tussen een zachte cake en de krokante bovenlaag. De combinatie van de lichtjes zure frambozen en de frisheid van citroen viel bij mijn huisgenoten bijzonder in de smaak. U bakt dit toch ook?
Wat heb je nodig?
Voor de crumble : 100g bloem, 80g bloem, 80g rietsuiker, zeste van ½ citroen
Voor de cakelaag : 170g suiker, 100g zachte boter, 3 eieren,200g zelfrijzende bloem, 50g room (minstens 35% vet) en het sap van 1 citroen.
Voor de fruitlaag : 300g frambozen of ander fruit.
Hoe ga je te werk?
Maak eerst de crumble. Meng met de hand de koude boter, de bloem, de rietsuiker en de zeste tot je een kruimelig mengsel bekomt. Zet dit mengsel even in de koelkast.
Maak nadien de cake. Klop de boter met de suiker tot een bleek, romig mengsel. Voeg de eieren één voor één toe, blijf goed mengen en giet er ook het citroensap en de room bij. Roer lepelsgewijs de bloem onder het beslag.
Verwarm de oven voor. Kies voor hetelucht , 170 graden. Neem een lage bakvorm. De vorm maakt niet veel uit. Leg er een bakpapier in en maak de eerste laag : de cake. Ga verder met de tweede laag : de frambozen en eindig met het verkruimelen van de crumble. Schuif nadien de kruimeltaart in de oven en bak het gedurende 60 minuten.
Serveer met ijs of zure room.