Op zondag mag het altijd een beetje meer zijn : wat langer slapen, een uitgebreide brunch en na een flinke winterwandeling stevig kokkerellen. Vandaag ging ik voor een zachtgegaarde rosbief gecombineerd met echte wintergroenten : postelein, witloof en pastinaak. Van het laatste maakte ik een zalfje, de postelein werd een coulis en het witloof kreeg pittig gezelschap.
Wat heb je nodig? 1 rosbief, boter, peper, zout, 2el mosterd, 2 stronkjes witloof, 200g postelein, 1 appel, 2dl olijfolie, 2 pastinaken, nootmuskaat, 2el room, sap van 1/2 citroen, 1kl currypasta.
Hoe ga je te werk? Bak de rosbief langs alle kanten bruin aan, smeer in met mosterd en zet het nadien anderhalf uur in een oven van 80 graden. Dit lijkt een heel lage temperatuur maar dit zorgt ervoor dat het gebraadje zachtjes kan garen en mooi rood / rosé blijft.
Voor het zalfje van pastinaak : schil de pastinaken, snij ze in blokjes en kook je gaar in gezouten water. Nadien voeg je de boter toe en kruid je af met pezo en nootmuskaat. Nog even door de mixer halen en je hebt een mooi zalfje.
Voor de posteleincoulis : Blancheer 100g postelein (en dit gedurende 1 minuut.), laat goed uitlekken, voeg 2el olijfolie toe en kruid flink af met peper en zout.
Voor een winters slaatje : Snij je het witloof in reepjes en de appel in schijfschijfjes en voeg alles bij de frisgewassen postelein. Tot slot maak je de dressing van 1dl olijfolie, het citroensap en de cuurypasta.